Kunstwerk: Jan van Eyck (?), Drie Maria’s aan het graf, ca 1430-1435
Gezien in Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, oktober 2012
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.
Persoonlijke verhalen bij bekende kunstwerken, door Pepijn Bakker
Kunstwerk: Jan van Eyck (?), Drie Maria’s aan het graf, ca 1430-1435
Gezien in Museum Boijmans van Beuningen, Rotterdam, oktober 2012
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.
Mijn vriendin is gek op ruïnes. In de bijna twintig jaar dat we samenzijn bezochten we er dus vele, vooral in Italië, het land dat eigenlijk één grote ruïne is. In Pompeï, hier afgebeeld door Carel Willink, was ik nog nooit. Wel op het Forum Romanum in Rome, in het antieke Ostia en in veel recentere, door aardbevingen verwoeste dorpjes op Sicilië.
Die ruïnes geven mij een wat ongemakkelijk gevoel. Achter elke omgevallen pilaar zit wel een interessant verhaal. Elke steen die op de andere gestapeld is, getuigt van vroeger leven en cultuur, die telkens minstens zo geavanceerd blijkt als de onze. Er was handel, cultuur, openbaar bestuur. En die oude nederzettingen zaten stedenbouwkudig goed in elkaar. Ruïnes geven mij dus het besef van de betrekkelijkheid van mijn tijd en dat alle mensen en culturen slechts passanten zijn. Eén vulkaanuitbarsting verder en we zijn passé.
Kunstwerk: Carel Willink, ‘Late bezoekers aan Pompeï’, 1931.
Gezien in: Rotterdam (Boymans-van Beuningen), mei 2005
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.
Precies deze rode pumps stonden tijdens de crematie van een nabije vriendin naast haar kist. Pas toen ik ze zag staan, besefte dat zij daar daadwerkelijk in lag. Dat raakte me toen heel hard. Tot dat moment had ik de berichten over haar ongeluk beleefd alsof het niet echt bij haar hoorde. Het was via het landelijke nieuws tot ons gekomen: ‘Nederlandse arts verongelukt bij een helikopterongeluk in Nepal’. Na het lezen belde ik meteen haar vriend. Hij nam op en bevestigde koeltjes: ja zij was het. Het leek alsof hij het zelf ook nog niet besefte.
De crematie was een loodzware bijeenkomst. De zaal was tot de nok toe volgeladen met mensen die het minstens zo moeilijk hadden als ik. Speeches gingen alle kanten uit. Over haar jeugd, haar relatie en haar laatste weken in Nepal. Ze waren allemaal even hartverscheurend.
En tegelijk had ik ook mijn eigen verdriet. Ik vond het zo’n waardevolle, bijzondere vriendin, die zoveel goeds deed ver van huis. We vonden het zó vanzelfsprekend om eens in de zoveel tijd met haar af te spreken en wilden nog veel meer met haar beleven. En nu was ze er niet meer. Het voelde -en dat doet het nog steeds- alsof met haar ook een stukje van mezelf is overleden.
Kunstwerk: Salvador Dalí, Objet escatologique de fonctionnement symbolique
Gezien in museum Boymans van Beuningen, Rotterdam, mei 2005
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.
Op mijn racefiets ben al vaak langs tafereeltjes als deze gereden. Dit is Midden-Delfland, waar ik zo goed als direct naast woon. Vroeger reed ik er met mijn collega’s van het architectenbureau waar ik werkte. Het waren allemaal buitenlanders en ze stapten geregeld af om even een foto te maken.
Ik heb zelf ook wel iets met molens. De directe koppeling tussen windkracht en productie heeft iets magisch. Die wieken die met zoveel snelheid en kracht draaien. Het ambachtelijke houtwerk binnenin. Ik was ooit in een zaagmolen in het Friese IJlst, waar de zaagbladen waarmee dikke boomstammen werden verzaagd langzamer en sneller bewogen, afhankelijk van de wind. Fantastisch.
Kunstwerk: Johannes Henrik Weissenbruch, Landschap met molens bij Schiedam, 1873
Gezien in museum Boymans Van Beuningen, Rotterdam december 2009
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.
Dat we dieren op een industriële manier hebben gekooid, gefokt, geslacht en ontleed om lekker vlees te eten tegen een bodemprijs. Ooit zal dit tableau met vleeswaren van Claes Oldenburg om deze reden in musea worden tentoongesteld: als toonbeeld van een voorbije houding jegens het dier.
Ik denk dat we er dan niet heel goed van af komen. Want als je het van een afstandje bekijkt, kan je niet anders concluderen dat er iets onnatuurlijks zit aan het leven van van het gros van de dieren die we houden voor consumptie. Grootheden als dierenwelzijn, respect voor moeder natuur of een Bijbelse term als ‘rentmeesterschap’ blijken niet op te wegen tegen het prijsvoordeel bij de kassa.
Natuurlijk, we zijn van nature jagers en verzamelaars. In beginsel hoort vlees eten bij de mens. Maar we zijn niet langer die ene stam in een uitgestrekt bos: we zijn met te veel en van het bos is ook niet veel meer over. Ten tweede hebben de verstandelijke vermogens om alternatieven voor vlees te ontwikkelen. En boven alles -anders dan dieren- zijn wij bewust. Wij wéten dat ook dieren pijn kunnen lijden, dat het hok niet hun dierlijke habitat is en dat we een keuze hebben voor minder vlees.
De markt voor vleesvervangers is nog marginaal. Maar hij groeit. Hopelijk maak ik het in mijn leven nog mee dat zo’n tableau met vleeswaren echt museumwaardig is.
Kunstwerk: Claes Oldenburg, Vleeswaren, 1964
Gezien in het Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam, mei 2005
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.