Veel van de ontwerpen waar ik als architect aan werkte strandden in een Babylonische spraakverwarring. Bij verschillende bureaus tekende ik gebouwen als wankele blokkendozen, wolkenkrabbers als stapels jengastenen en buitendijkse woonwijken met kans op natte voeten. De meerderheid van die ontwerpen kwam niet verder dan de schetsfase. Maar heel soms had een opdrachtgever toch genoeg vertrouwen zodat we het verder mochten uitwerken.
Zo ook die ene Chinese opdrachtgever die ons bij een ontwerpprijsvraag als winnaar aanwees en budget ter beschikking stelde om het samen met een lokaal Chinees bureau verder uit te werken. Het onmogelijke ontwerp in kwestie was een gigantisch museum in wolkvorm dat op iele pootjes op de grond stond.
Zo toog ik met een ontwerpteam voor enkele maanden naar Shanghai, waar we met Chinese vakbroeders het ontwerp verder ontwikkelden. Het werd geen succes.
Allereerst diende ons met complexe 3d-programma’s gemaakte ontwerp te worden platgeslagen tot 2d tekeningen, want alleen dan kon de Chinese constructeur er iets over zeggen.
De oekaze die deze man vervolgens gaf, was een nadrukkelijk ‘nee’, hij zou onze barbapapa op wankele pootjes nooit stabiel kunnen maken. En -zo vervolgde hij- wisten wij eigenlijk wel wat de elementaire regels van de constructieleer zijn? Waarna hij een lang college begon over krachten, bogen en stabiliteit, dat door vertalers in rafelig Engels in onze oren werd gemompeld.
We klapten nog onze laptop open met ons ingewikkeld 3d model, maar verzandden vervolgens in de bekende Babylonische spraakverwarring en keerden zonder resultaat huiswaarts. Net als deze Toren van Babel is ons ontwerp nooit gerealiseerd.
——————-
Kunstwerk: Pieter Bruegel de Oude, De toren van Babel
Gezien in Museum Boymans van Beuningen, Rotterdam, mei 2005
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.