Mijn vriendin en ik zijn allebei grootgebracht in een vrolijk Christelijk nest en dus heeft de stad Jeruzalem voor ons een bijzondere status. Veel verhalen uit de Bijbel spelen zich immers hier af. Dus verwachtten we wel wat toen we de stad begin 2020 bezochten. Des te meer waren we teleurgesteld in wat we er aantroffen. Ja, het is een oude stad met ongetwijfeld veel tastbare geschiedenis, maar tegelijk was het er ongelofelijk toeristisch, zeer politiek beladen (en dito beveiligd) en vol met fundamentalistische, radicale gelovigen. We vonden er weinig van de naastenliefde, het omzien naar elkaar en het mededogen wat volgens ons de kern van elk geloof moet zijn. Dus waren we binnen het uur alweer uitgekeken. Wat te doen?
We togen naar het Israël Museum, één heuveltop verderop. Dit bleek een gouden greep. In het ruim opgezette gebouw, eigenlijk een verzameling paviljoens, troffen we de mooiste tentoonstellingen over Joodse gebruiken, over de Dode zee rollen en over het oude Jeruzalem. Maar écht bijzonder was de collectie kunst, die echt verrassend goed was. We zagen talloze liefdevol gemaakte kunstwerken die we kenden van boeken en prenten, maar die we nog nooit in het echt hadden gezien. Zoals dit even treffende als raadselachtige ‘Le château des Pyrénées’ van de Belgische schilder René Magritte.
Sinds dat bezoek aan Jeruzalem kijk ik anders naar dit schilderij. Ik zie in die zwevende kiezel met château het harde, kille, zwaarbeladen en ondoordringbare Jeruzalem van nu.
Kunstwerk: René Margitte, le château des pyrénées, 1959
Gezien in the Israël Museum, Jeruzalem, februari 2020
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.