Deze installatie van John Körmeling heb ik vaak in aangeschoten toestand gezien, nadat ik als student de kroegen van het Eindhovense Stratumseind was uitgerold. Het is een leuk werk: om beurten lichten de verschillende ‘HA’s en ‘HI’s op, alsof er een eindeloze grap wordt verteld. Het stond achter een grote glasgevel van het Van Abbemuseum, bij dat Stratumseind om de hoek.
Ik ben van mijn zestiende tot ongeveer mijn vijfentwintigste vaak in zo’n aangeschoten toestand geweest. In mijn tienerjaren was het nog heel braaf en deed ik met mijn vrienden zelfs al na twee biertjes alsof we aangeschoten waren. Dan liepen we in ganzenpas al zwaaiend en zingend door de straat. Later, als student werd het wat gevaarlijker en wist ik vaak niet meer precies hoe ik thuisgekomen was. Ik ben ook een paar keer lelijk onderuit gegaan op de fiets. En ik heb vele brakke dagen op mijn kamer doorgebracht, te ziek om te studeren.
Inmiddels drink ik bijna niet meer en kijk ik met gemengde gevoelens terug op al dat drinkgelag. Op een bepaalde manier hoort het bij het grenzeloze van je tienerjaren en studententijd, dat je helemaal nergens rekening mee hoeft te houden en alles spel is. Maar de verstoring, de kwade dronken en de brakke dagen achteraf kunnen me gestolen worden.
Kunstwerk: John Körmeling, HI HA, 1992
Gezien in het Van Abbemuseum, Eindhoven, november 2004
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.