Geduld

Om dit schilderij te zien heb ik samen met mijn zus drie en half uur kou staan lijden in de rij voor het Uffizi in Florence. We waren speciaal om zeven uur ’s ochtends opgestaan en in alle vroegte van onze heuvel aan de rand van de stad afgedaald. Maar toen het museum opende, was er al een wachtrij van ruim twee uur.

Mijn leven als toerist in Florence was al ronduit slecht. Het was overal druk, zelfs voor de meest onooglijke kerk werd toegangsgeld gevraagd en de Italianen die ons bedienden in de restaurants en op terrassen waren nukkig en kortaf. We hadden het gevoel dat zelfs de allerkleinste voetnoot van de Florentijnse kunstgeschiedenis was ontdekt en wij wandelden met de massa mee over platgetreden paden.

Maar eenmaal binnen in het Uffizi vergaapten we ons aan de mooiste schilderijencollectie van Italië, met de Boticelli’s, waaronder deze Primavera, als hoogtepunt. Ondanks dat ik het al kende uit alle kunstgeschiedenisboeken, betoverde het me toen ik het in het echt zag. Het was veel groter en intenser van kleur. En de schilderstijl van Boticelli, met fijne lijntjes en zachte kleuraccenten, is betoverend mooi. Er schijnen meer dan 130 inheemse bloemensoorten op te staan. Als sterren stralen ze met hun gekleurde blaadjes op de donkere ondergrond. Ik stond voor het schilderij en ging van detail naar detail. Van bloem naar bloem en van lijn naar lijn. Tot mijn zus me op de schouder tikte, we moesten verder.


Kunstwerk: Sandro Boticelli, La Primavera, circa 1482

Gezien in Galleria degli Uffizi, Toscane, april 2005


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Blijdorp

Het was de allereerste vakantie met mijn vriendin samen. We waren tweedejaars studenten, we hadden nauwelijks geld, en we brachten onze zomervakantie door in studentenkamers van vrienden. Eerst in Amsterdam en daarna in Rotterdam. Het waren dagen zonder een echt plan. We fietsten kris-kras door alle wijken, genietend van alles dat de grote stad biedt.

Op een ochtend in Rotterdam fietsten we toevallig langs Diergaarde Blijdorp en besloten binnen te gaan. Vervolgens startte een naar mijn gevoel fantastische en eindeloze wandeling door het park. Het was perfect zomerweer, alle bomen waren groen en de perken stonden vol bloemen. We wandelden van dier naar dier, lazen alle bordjes en stonden lang te turen naar de schoonheid van alles. Ook deze uil was van de partij, met zijn bijna katachtige ogen, zijn grove verentooi en zijn ingenieuze nek waardoor hij zijn kop helemaal kan draaien.

Ik herinner me dat we de tijd vergaten en dat we terwijl we de otters bewonderden door een bewaker werden gewaarschuwd dat de dierentuin ging sluiten. Hij wandelde het hele stuk naar de ingang met ons mee, alsof hij zeker wilde zijn dat we daadwerkelijk weg gingen. Precies bij het verlaten van het park begon het te stortregenen.

Kunstwerk: Jan Mankes, Grote uil op scherm, 1913

Gezien in Museum MORE (museum voor Modern Realisme), Gorssel, juli 2018


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Overtocht

Ik ben ooit bij toeval op een grote overzichtstentoonstelling van Ron Mueck beland. Ik was met mijn vriendin  voor het eerst in Haarlem, we wilden naar het Teylers museum, maar verwisselden dat in onze onwetendheid met De Hallen. En daar stonden we dan, zonder enige voorkennis -ik had nog nooit van Ron Mueck gehoord- in een grote zaal met alleen maar levensechte, maar raadselachtig vergrote of verkleinde figuren. Ik herinner me hoe dramatisch ik de werken vond. De grote hoogzwangere vrouw, de ingezwachtelde baby, het dodenmasker, de vrouw met pasgeboren baby op de buik, het oude verschrompelde vrouwtje in bed en dus deze ‘man in a boat’.

Van alle werken raakte deze mij het meeste. Het is een verkleinde, naakte man in een grote boot, hij heeft zijn armen afwachtend over elkaar en kijkt argwanend in de verte. Bij mij appelleert het werk aan de existentiële eenzaamheid, aan kwetsbaarheid en nietigheid en aan machteloosheid over de bestemming. Niet erg positief, ik weet het.

De volgende dag vonden we het Teylers museum alsnog. Ook dat was bijzonder, maar viel in het niet bij de toevallige ontdekking van Mueck.

Kunstwerk: Ron Mueck, Man in a Boat, 2002

Gezien in museum de Hallen, Haarlem, januari 2004


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Bruiloft

Het leuke aan al die bruiloften die ik de afgelopen 20 jaar meemaakte, is dat ze gedurende de tijd van karakter veranderden. Het begon zo rond mijn twintigste toen de eerste leeftijdsgenoten trouwden. Die deden dat volgens het Christelijke gebruik om direct vanuit huis te trouwen. Dat waren vaak low budget feesten, waar familieleden zelf achter de barbecue stonden en een tante de vissoep verzorgde. Er werden gedichten voorgedragen en er werd gebeden en gezongen. Nog voor middennacht was het al voorbij.

Vervolgens kwam een golf bruiloften waarvan ik de doldwaze vrijgezellenfeesten nog beter herinner dan de bruiloften zelf. Dat was in de tijd dat we allemaal werkten en zo’n vrijgezellenfeest een welkome tijdelijke terugkeer was naar de zorgeloosheid van de studententijd. Ik kan me dat ene vrijgezellenfeest nog herinneren op  een vissersboot. Eén van de gasten stopte er -opgejut door de rest-  een handvol wormen in zijn mond. Vervolgens verklaarde hij plechtig dat we over 10 jaar niks meer van de dag zouden herinneren, behalve dat hij die hap met wormen had genomen. Waarvan akte.

Gaandeweg ontstond een overtreffende trap. Bruiloften werden steeds grootser en we dienden er steeds verder voor te reizen. Van Zuid-Limburg naar België, tot uiteindelijk bruiloftsweekends helemaal in Toscane, waar we met z’n allen het vliegtuig voor dienden te pakken.  Dat waren evenwel onvergetelijke ervaringen.

Mijn vriendin en ik hebben al die bruiloften met veel plezier meegevierd. Maar zelf zijn we nog steeds niet getrouwd. Dat komt alleen omdat mijn vriendin het niet leuk vind om zo nadrukkelijk in de aandacht te staan. (Dat wil trouwens niet zeggen dat wij ons niet getrouwd voelen.) Wie weet kan ik haar ooit nog eens overtuigen en organiseren we alsnog een feestje zoals op dit ‘Bruiloft te Kana’ van Véronèse. Als er op onze bruiloft iemand is die water in wijn kan veranderen, gaat niemand dat ooit vergeten.


Kunstwerk: Paolo Caliari, dit ‘Véronèse, Les Noces de Cana, 1562-1563

Gezien in musée du Louvre, Parijs, mei 2000


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Gevel

Ik ben wel eens met de auto naar de kathedraal van Rouen gereden om die voorgevel die Monet zo vaak schilderde in het echt te zien.

Het was een deceptie: de kerk was zwaar verwaarloosd. De gevel was zwart van de aanslag van het verkeer, er groeiden struiken en kleine bomen tussen de gevelstenen en de kerk was afgesloten met zware metalen deuren.

In Monet’s tijd was het beter, getuige de reeks schilderijen die hij van de Gotische voorgevel op verschillende momenten van de dag maakte.

Ik hoorde dat er inmiddels een restauratie heeft plaatsgevonden. Misschien moet ik er nog eens langs.


Kunstwerk: Claude Monet, La cathédrale de Rouen, le portail et la tour Saint-Romain, plein soleil. Hermonie bleue et or, 1894

Gezien in Musée d’Orsay, Parijs, mei 2001


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Invechten

Toen ik bouwkunde studeerde in Eindhoven kon ik pas lid worden van een studentenvereniging indien ik me met mijn jaargenoten aan het einde van de ontgroeningsweek wist in te vechten in de sociëteit. Dat invechten zag eruit als wat de rugbyspelers op dit prachtige schilderij van Pyke Koch doen. Je slaat je armen om je teamgenoten, buigt voorover, gooit je tegen het andere team aan en begint te duwen en te sjorren.

Ik kan me die avond helemaal op het einde van de week nog levendig voorstellen. We hadden op de middag ervoor nog ‘les’ gehad hoe je dat invechten precies doet. Veel duwen dus, mensen aan de revers van hun jasje of trui vastpakken, hard schreeuwen. We fietsten vervolgens met alle eerstejaars in colonne naar de sociëteit. Die was gevestigd in een lelijk betonnen gebouw tegenover de universiteit, dat niet voor niets ‘de Bunker’ werd genoemd. De sociëteitszaal was op de eerste verdieping, we dienden ons dus al schreeuwend en duwend een trap naar boven te nemen, terwijl de verenigingsleden ons tegenhielden.

Wat we niet wisten, was dat we direct na het openen van de deuren helemaal werden afgespoten met de brandslang. En vervolgens, dat één middagje oefenen niet genoeg was om partij te bieden aan de duidelijk veel beter getrainde verenigingsleden. Het duurde dus uren voordat we een metertje naar binnen waren opgeschoven. En dat was vooral omdat de ouderejaars liever bier gingen drinken dan dat ze ons bleven tegenhouden.

Afijn, je kan denken dat dit allemaal heel zielig was voor ons. Maar ik vond het dus een fantastische ervaring die ik mijn leven niet meer ga vergeten. De spanning vooraf, de eendracht die je voelt wanneer je je als groep optrekt en de ontlading wanneer je dan toch eindelijk binnen staat… Het was een mooi spel.


Kunstwerk: Pyke Koch, Scrum IV, 1979

Gezien in het Centraal Museum, Utrecht, januari 2018


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Déja Vu

In het eerste jaar dat ik in Eindhoven woonde, had ik een kamer in een rijtjeshuis in het saaie Woensel-Noord. Op een zondagavond in maart kreeg mijn nieuwe vriendinnetje op bezoek en maakten we een lange fietstocht rondom mijn wijk. Opeens, tussen de kale winterse akkers, doemde het dorpje Nuenen op, met wat verscholen tussen de bomen dit kleine kerkje. Ik voelde de opwinding dat je iets herkent, terwijl je er toch nog nooit bent geweest. Ja, dit was dat kerkje van het schilderij van Van Gogh, waar zijn vader predikant was. We maakten een rondje rond het gebouw, ik zocht naar de juiste hoek vanwaar Van Gogh het getekend had en vond een monument. Prachtig. Onderweg terug naar huis viel het duister in en het werd hartstikke koud.


Kunstwerk: Vincent van Gogh, Het uitgaan van de Hervormde kerk te Nuenen, 1884

Gezien in het Van Gogh Museum, Amsterdam, juli 1999


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Drinkgelag

Deze installatie van John Körmeling heb ik vaak in aangeschoten toestand gezien, nadat ik als student de kroegen van het Eindhovense Stratumseind was uitgerold. Het is een leuk werk: om beurten lichten de verschillende ‘HA’s en ‘HI’s op, alsof er een eindeloze grap wordt verteld. Het stond achter een grote glasgevel van het Van Abbemuseum, bij dat Stratumseind om de hoek.

Ik ben van mijn zestiende tot ongeveer mijn vijfentwintigste vaak in zo’n aangeschoten toestand geweest. In mijn tienerjaren was het nog heel braaf en deed ik met mijn vrienden zelfs al na twee biertjes alsof we aangeschoten waren. Dan liepen we in ganzenpas al zwaaiend en zingend door de straat. Later, als student werd het wat gevaarlijker en wist ik vaak niet meer precies hoe ik thuisgekomen was. Ik ben ook een paar keer lelijk onderuit gegaan op de fiets. En ik heb vele brakke dagen op mijn kamer doorgebracht, te ziek om te studeren.

Inmiddels drink ik bijna niet meer en kijk ik met gemengde gevoelens terug op al dat drinkgelag. Op een bepaalde manier hoort het bij het grenzeloze van je tienerjaren en studententijd, dat je helemaal nergens rekening mee hoeft te houden en alles spel is. Maar de verstoring, de kwade dronken en de brakke dagen achteraf kunnen me gestolen worden.


Kunstwerk: John Körmeling, HI HA, 1992

Gezien in het Van Abbemuseum, Eindhoven, november 2004


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Reality tv

Er waren twee weken in mijn leven dat er ook permanent een camera op me gericht was. Het was vlak voor mijn afstuderen, ik deed mee met een reality televisieprogramma over interieurontwerp dat werd uitgezonden op een commerciële zender.

Het was een rare ervaring. Niet alleen was er bij alles dat we deden een cameraploeg aanwezig en dienden we veel handelingen meerdere keren te doen, om de beste take te krijgen, maar we werden ook voortdurend geïnterviewd en aangezet om vervelende dingen over andere deelnemers aan het programma te zeggen.

Het vreemdste was de voortdurende aanwezigheid van een jongen met kleine camera, die heel amicaal was, maar die ons te pas en te onpas filmde. Vooral wanneer we wat gedronken hadden en er geroddeld werd, of wanneer er ruzie was.

Ook bijzonder was dat het programma -en dus ons leven- volledig gesponsord was. We dronken een week heerlijke koffie, omdat we werden gesponsord door een luxe koffiemerk. We reisden naar Italië voor een ontmoeting een uitvinder, omdat we gesponsord werden door zijn meubelfabriek. We sliepen in een pas opgeleverd penthouse in één van de duurste torens van Rotterdam, omdat de projectontwikkelaar zijn appartementen wilde verkopen.

Na twee weken dubieuze interieuropdrachten en permanente camera surveillance werd ik helemaal gek van de achterdocht en bekokstoofde ik met een medekandidaat een plannetje om het programma op een nette manier te verlaten. Maar gelukkig stemde de jury mij al naar huis. Misschien waren ze op de hoogte.

Ik herinner me nog hoe heftig ik het vond om toen de serie werd uitgezonden naar mezelf te kijken. Ik vond dat er een karikatuur van alle deelnemers werd gepresenteerd. Ik was bang voor alle reacties. Ik heb me vervolgens maar met overgave op mijn afstudeerproject gestort.


Kunstwerk: Nam June Paik, TV Buddha, 1974

Gezien in het Stedelijk Museum Amsterdam, september 2000


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Misselijk

In mijn studententijd bracht ik hele weekends door op zo’n zeilboot. We togen na onze laatste tentamens in juni naar de Friese meren en huurden een boot waarop je ’s nachts ook sliep. Eigenlijk vond ik het helemaal geen fijne weekends. Meestal waren we al in de trein naar het noorden begonnen met drinken. En na aankomst vervolgden we dat in het café aan de wal, tot diep in de nacht. Het liep vaak uit op ruzie. De volgende dag waren we brak en door het geschommel van die boot was ik te misselijk om écht te genieten.

Gelukkig is die sfeer ook mooi vastgelegd door Claude Monet. Dit ‘Régates à Argenteuil’, dat ik zag in Musée d’ Orsay in Parijs, is een klassieker. Met de stapelwolken in de lucht weerspiegeld in het water, onderbroken door een enkele boerderij aan de waterkant en een aantal zeilboten, waarvan er één net zijn mast strijkt. Het straalt een rust uit die ik al zeilend nog nooit heb meegemaakt.

-Pepijn Bakker


Kunstwerk: Claude Monet, Régates à Argenteuil, 1872

Gezien in musée d’Orsay, Parijs, mei 2000


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.