Het dichtste dat ik bij Paul Gauguins Tahitiaanse idylle kwam, was tijdens een vakantie op het Kaapverdische eiland Santo Antao. Alleen de reis was al exotisch. Met het vliegtuig landden we op het piepkleine vliegveld van buureiland Sao Vincente en maakten vervolgens een overtocht per veerboot naar Santo Antao. We werden opgewacht door een horde taxichaffeurs die ons met hun pickup trucks naar ons hostel wilden brengen. Dat hostel was in een klein dorp aan zee. We keken uit over een klein riviertje en terwijl we insliepen hoorden we het geruis van de branding. Het was er behoorlijk idyllisch.
Tijdens wandelingen over het eiland zagen we tafereeltjes als deze. Het was er groen, zonovergoten en warm. We zagen felle kleuren, exotische bloemen, magere zwerfhonden en jonge vrouwen in de schaduw van bomen. Velen bleken al wat tanden te missen. We zagen ook veel armoede.
We zijn ook een paar keer lelijk tegen de grenzen van een fijne vakantie aangelopen. Zo maakten we een dag een wandeling naar de top van een vulkaankrater. Mijn vriendin was tegen het einde zo moe dat ik haar moest helpen lopen. Ondertussen kreeg enorme blaren op mijn hielen van mijn nieuwe speciaal aangeschafte wandelschoenen. Maar die krater, met de ruïne van een verlaten dorp, was adembenemend.
Maar het meest benarde moment was toen we een lift hadden gekregen van een jongen, die ons tegen betaling van een dorpje aan de andere kant van het eiland naar ons hostel bracht. Voor we het dorpje verlieten maakte hij met ons op de achterbank nog een extra ronde door de winkelstraat, waar het leek alsof hij het door ons betaalde geld meteen uitgaf.
Vervolgens racete hij met meer dan 100 op de teller in het halfduister over de kasseien. Hij toeterde voor elke smalle tunnel en scherpe bocht, we zagen hertjes en allerlei andere dieren wegspringen voor zijn schijnwerpers. In dorpjes stoven we tussen spelende kinderen door. Het leek hem weinig te deren. Wat was ik blij toen ik nog trillend op mijn benen inmiddels in het pikdonker naast die auto stond.
Kunstwerk: Paul Gauguin, Arearea (Joyeusetés), 1892
Gezien in Parijs, Musée d’Orsay, juli 2014
Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.