Het Grote Niets

Ik was ooit bij een grote Mark Rothko tentoonstelling in het Gemeentemuseum (nu ‘Kunstmuseum’) Den Haag. Het was er afgeladen vol en de bezoekers kakelden er op los. Je kon geen schilderij bekijken zonder dat er iemand in je blikveld sprong. Het geluid van al die pratende mensen was oorverdovend. Alle magie van de metershoge, met eindeloos veel laagjes verf opgebouwde kleurvlakken, was plotseling verdwenen.

Wat dat betreft deed Stedelijk Museum Schiedam het beter. Daar werd slechts één van het Boymans geleende Rothko tentoongesteld in een aparte kamer, waar je als bezoeker gedurende 10 minuten in je eentje naar binnen mocht. Zittend op een bankje, starend naar de vaag begrensde kleurvlakken, droom je gemakkelijk weg. Je volgt de lijnen en vlakken, je ziet ze voor je ogen een beetje zweven en weer verzinken. Je denkt even alleen aan die vlakken en aan  …. het Grote Niets.


Kunstwerk: Mark Rothko, Yellow and Blue (Yellow, Blue and Orange), 1955

Gezien in Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum) Den Haag, september 2014


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Verwondering

Ik vraag me wel eens af wat mensen in de prehistorie moeten hebben gedacht bij alle weersverschijnselen zoals onweer, regenbogen, zonsverduistering of zo’n fantastische wolk die ’s avonds opeens oranje kleurt in het licht van de ondergaande zon.

Wij moderne mensen kennen de wetenschappelijke verklaring en daarmee is ook een groot gedeelte van de magie verdwenen. Want ja, zo’n wolk is maar een concentratie damprijke lucht, die op een bepaalde manier, door de ondergaande zon, wordt aangelicht.

Maar gelukkig is er het vroege werk van Mondriaan, dat doorspekt is met verwondering over de natuur en de intensiteit van de kleuren. Want als je even zo’n wolk ziet boven het steeds duister wordende land, dan is dat gewoon magisch.


Kunstwerk: Piet Mondriaan, De rode wolk, 1907

Gezien in het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum) Den Haag, juli 1999


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Horror

Het was geen vrolijke kost. Ik was op een overzichtstentoonstelling van het werk van Francis Bacon in het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum) Den Haag. We waren er met een groepje van de kunstacademie en we vergaapten ons aan de felgekleurde horror. Ik zag een schilderij van Van Gogh, zeulend met een loodzware schildersezel, een portret van een gekooide en verminkte paus Innocentius X en ik zag veel triptieken van schepsels onder het kruis, waaronder deze.

Hoewel ik er zelf wel van genoot, hadden mijn medestudenten het er een stuk moeilijker mee. Een van mijn beste vrienden uit de academieklas was uit zelfbescherming thuis gebleven. Hij was paragnost en zag dingen die normale mensen niet zien: geesten en energie. Hij was bang dat hij zoveel naargeestigheid niet zou trekken. Ook surrealistische schilderijen zoals die van Dalí bekeek hij met een andere intensiteit dan wij. Voor hem waren die geschilderde dromen écht.

Zelf maakte hij ook schilderijen: wat statische portretten met veel detail, geschilderd in zuurstokroze en appeltjesgroen. Het leek alsof hij schilderde om een houvast te hebben.

Laatst was ik weer in dat Kunstmuseum. Er is nog steeds een zaal met Bacon’s, aangevuld met een installatie van Bruce Nauman, waarin afgietsels van honden aan touwen rond hun nek worden rondgesleept in een carrousel. Het ziet er verschrikkelijk uit. Ik hoop dat die jongen die zaal overslaat.


Kunstwerk: Francis Bacon, Three Studies for Figures at the Base of a Crucifixion, 1944

Gezien in Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum) Den Haag, februari 2001


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Close up

Het bijwonen van de jaarlijkse Matheüs Passion is een ware familietraditie. Op mijn vijftiende nam mijn moeder me voor het eerst mee naar een uitvoering in het Zeeuws Vlaamse Aardenburg en ik was meteen verkocht.

We hadden immer een plaatsje achterin de kerk, op een smalle tribune, waar ik mijn lange benen urenlang in de nauwe ruimte tussen de stoelen vouwde. Hoewel het podium ver weg was en de mimiek van de solisten nauwelijks zichtbaar, kwam de muziek als een vloedgolf over ons heen. Ik herinner me ook dat er altijd wel een moment was dat de zon binnenviel door de oude Gotische kerkramen. Dat was altijd magisch.

Inmiddels komt mijn familie jaarlijks naar de Doelen. Misschien mede omdat we vroeger altijd achterin zaten, reserveren we nu altijd belachelijk ver vooraan. Zo hadden we vorig jaar een Mattheus lang precies het uitzicht van dit schilderij van Degas, pontificaal voor de hoboïsten van het linker orkest. Sindsdien luisteren we opeens heel anders naar de hobo partij. Ook herkennen we de musici inmiddels: de lange contrabassist die altijd de eerste noot van het openingskoor inzet, voelt als een vertrouwde vriend.


Kunstwerk: Edgar Degas, l’orchestre de l’Opéra, 1870

Gezien in Gemeentemuseum (nu ‘Kunstmuseum’) Den Haag, april 2002


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.

Toelating

Onze tekenmappen lagen op lange tafels in één van de mooiste zalen van het Haagse  kunstacademiegebouw. En wij -aspirant studenten- wachtten buiten in de hal op de toelatingscommissie, die ons één voor één naar binnen riep. Terwijl we daar zaten keken we naar de passerende ouderejaars kustacademiestudenten. Veel alternatieve types, met dreadlocks en slobberige truien. Wij groentjes zagen er nog een stuk gewoner uit.

We waren zichtbaar gespannen, omdat er ook soms huilende mensen naar buiten kwamen die net waren afgewezen, ondanks de imposante collecties schilderijen onder hun arm. Als dát niet genoeg is, wat moet de commissie dan wel denken van mijn mapje met tekenwerk? -Ik had een gedicht van Simon Vinkenoog verwerkt tot een paar klodderige schetsen in fluorkleuren. Mijn tekenleraar op school was er helemaal weg van. Ik had ook een schets gemaakt van het Colosseum in Rome, die hangt nu nog steeds in mijn woonkamer.

Pas tegen een uur of vier werd ik eindelijk opgeroepen. Het gesprek was kort. ‘We hoeven er niet veel over   praten, je bent met vlag en wimpel toegelaten’. De commissie had mijn werk al ingepakt en dus stond ik een minuut of vijf later weer buiten, met mijn tekenmap onder de arm. Ik was euforisch. Ik ben toen in mijn enthousiasme meteen naar het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum) gegaan. Ik kwam er vlak voor sluitingstijd aan en vroeg of ik nog even naar binnen mocht. En ik vertelde dat ik net was toegelaten tot de kunstacademie. De baliemedewerkster vierde het feestje met me mee en liet me gratis passeren. Ik liep direct naar mijn toen favoriete schilderij, dit ‘Evolutie’ van Piet Mondriaan. Het gaat over het loslaten van het aardse en het richten op het hogere.


Kunstwerk: Piet Mondriaan, Evolutie, 1910/11

Gezien in het Gemeentemuseum (nu Kunstmuseum) Den Haag, juli 1999


Vind je het leuk om meer te lezen? Laat hier je emailadres achter en ontvang wekelijks een verhaal in je inbox.

Verwerken…
Gelukt! Je staat op de lijst.